|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:28:02 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:28:02 GMT -5
‘The beginning of a friendship?’
Als iedereen voorgelezen heeft, moet iedereen een verhaal in het Engels schrijven. ‘Pfff, dat zou lastig worden. Heb je een woordenboek bij je?’ ‘Nou…’ Mesuka kijkt in haar tas. ‘Het is voor het eerst dat ik geen woordenboek bij me heb, sorry.’ ‘Maakt niks uit.’ Dan schrijft Tsubasa weer op het blaadje. ‘Mag ik het gedicht lezen?’ ‘Nee!’ ‘Ach, ik ben erg nieuwsgierig.’ ‘Dat kan dan wel, maar mijn gedicht is mijn gedicht. En trouwens, het was niet zo’n mooi gedicht…’ ‘Nu wil ik het zeker weten lezen!’ Mesuka zucht. ‘Je bent echt een doorzetter!’ Dan pakt Mesuka haar schrift en doet ze het open en geeft ze het aan Tsubasa. Tsubasa laat zijn ogen over de woorden vallen.
Mesuka begint een verhaal te verzinnen, maar het lukt niet. Dan leest ze iets op het blaadje wat Tsubasa net heeft geschreven. ‘Hoezo niet zo mooi? Ik vind het hartstikke mooi! Waar haal je de inspiratie vandaan?’ Mesuka begint te blozen. ‘Dankjewel. Ik haal mijn inspiratie uit mijn dagelijks leven. Vanmorgen zag ik de zon niet, alleen de wolken. Toen had ik meteen inspiratie.’ ‘Je moet vaker gedichten schrijven, ik zal ze zeker heel mooi vinden!’ Mesuka begint meer te blozen. ‘Hou maar op, anders laat ik je geen gedichten meer zien!’ ‘Het is goed, ik hou wel op. Wat hebben we zometeen voor les?’ ‘Ik dacht Maatschappijleer.’ ‘Okee. Heb je al wat geschreven voor Engels?’ ‘Nee, nog niks.’
Dan overstemt de stem van de lerares de concentratie van Mesuka en Tsubasa. ‘Graag wil ik jullie verhalen in de volgende les ontvangen, voor de rest hebben jullie geen huiswerk.’ Dan hoort Mesuka een zacht gejuicht van verschillende klasgenoten en iedereen staat op. ‘Nou, ik zou graag hulp van je hebben met mijn verhaal.’ ‘Ja, misschien dat ik van jou ook inspiratie kan ontvangen, want ik heb zelf ook niks!’ Mesuka laat een glimlach zien en pakt haar boeken in. ‘Dat heb ik nog net kunnen lezen.’ Tsubasa pakt de papiertjes en zijn pen en stopt dit in zijn tas.
Als Mesuka en Tsubasa voor het lokaal waar Maatschappijleer wordt gegeven staan, is de deur niet open. ‘Waarom is de deur op slot?’ ‘Nou, ik zou haast wedden dat de leraar er niet is.’ zegt Tsubasa. Dan komt Anne en Julie hierheen lopen. ‘Nou, jongens. Op het bord staat dat de leraar ziek is, dus het valt uit!’ ‘Nou, dan kunnen wij aan dat verhaal werken.’ zegt Tsubasa. ‘Dat is geen slecht idee, zullen we naar de aula gaan?’ Tsubasa knikt. Als ze samen de aula inlopen kijken er een aantal mensen naar ze. Mesuka negeert het en loopt naar een tafel. ‘Heb je al ontbeten?’ Tsubasa begint te lachen. ‘Ja, waarom vraag je dat?’ ‘Omdat het hier lekker ruikt.’ Mesuka gaat zitten en zet haar tas op de tafel. ‘Heb jij dan niet ontbeten?’ ‘Jawel.’ Mesuka doet haar tas open en pakt haar map en een pen. Tsubasa heeft zijn papier en pen al bij de hand. ‘Anders wil ik wel wat voor je kopen.’ ‘Nee, nee! Dat hoeft niet!’ Als Mesuka voor haar uitkijkt, ziet ze een aantal mensen naar haar staren. ‘Ligt het aan mij, of ben ik erg interessant op dit moment?’
Tsubasa kijkt op en kijkt om zich heen. ‘Nou, als ik het goed heb, vinden ze het wel interessant als een jongen en meisje apart aan een tafel zit.’ ‘Aha, of ze vinden jou wel een leuke jongen.’ ‘Nee, dat denk ik niet. Het is altijd wel verdacht als een meisje en een jongen met elkaar omgaan.’ ‘Dan lijken ze erg op mijn huisgenoot, zij denkt dat ik iets heb met mijn andere huisgenoot, ofzoiets.’ Tsubasa laat een glimlach zien. ‘Alsof het ongewoonlijk is,’ zegt hij. ‘Wat? Dat een jongen en een meisje met elkaar samenwerken?’ ‘Ik denk het. Ze denken gewoon nog ouderwets.’ “Nou, okee. Laten we dan maar beginnen. Goed?’ Tsubasa knikt. ‘Ik weet al wat, ik ga het hebben over een jongen die een meisje ontmoet!’ ‘Heel leuk idee.’ ‘Weet jij al wat, Mesuka?’ ‘Hmmm, nog niet, maar dat komt nog wel.’ Mesuka begint te denken aan Duel Monsters. Dit schrijft ze ook op papier. ‘Duel Monsters? Wat is dat?’ Mesuka schrikt. ‘Nou, dat is… dat is mijn idee voor het verhaal.’ ‘Owh, dan ben ik heel erg benieuwd!’ ‘Ik ook!’
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:28:26 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:28:26 GMT -5
‘Just friends!’
Als de 45 minuten voorbij zijn, gaan Mesuka en Tsubasa naar de volgende les. Als ze bij het lokaal staan is de deur op slot. ‘Zou er weer iemand ziek zijn?’ Tsubasa schudt zijn hoofd. ‘Ik denk van niet. Misschien zijn we bij het verkeerde lokaal.’ Mesuka bekijkt haar rooster. ‘Nee, hier moeten we zijn.’ Dan komt de rest van de klas eraan lopen. ‘Misschien waren we te vroeg.’ ‘Hallo Tsubasa, mag ik je even spreken?’ Het is Julie. Tsubasa knikt. ‘Apart graag.’ Tsubasa loopt met Julie mee. De leraar komt eraan en doet de deur open. ‘Kom binnen, dan kan de les beginnen.’ zegt hij.
Mesuka loopt het klaslokaal binnen en gaat achterin zitten. Dan komt Tsubasa snel het lokaal binnenlopen. Julie loopt meteen erachteraan. Dan begint de klas geluiden te maken. Tsubasa staat voor de tafel van Mesuka. ‘Mesuka, mag ik naast je plaatsnemen?’ Mesuka knikt. Dan gaat Tsubasa zitten en pakt hij het papiertje waar ze eerder op geschreven hebben. ‘Mesuka, hadden we huiswerk?’ ‘Nee, waar had je het over met Julie?’ ‘Ze wilde weten hoe het zat tussen ons tweeen.’ ‘Wat heb je gezegd?’ ‘Dat je mij zou helpen met mijn huiswerk.’ ‘Verder niks?’ ‘Wat moet ik zeggen. Ze geloven mij toch niet als ik zeg dat we vrienden willen worden.’ ‘Waarom denk je dat?’ ‘Nou, meiden zoals Julie roddelen graag, over dingen dat niet klopt. Wat je ook zegt, ze verdraait het toch wel.’
Als de les is afgelopen lopen ze samen de klas uit. ‘Dat was echt een saaie les, vind je niet?’ ‘Nee, het was wel interessant.’ ‘Wat hebben we nu voor les, Mesuka?’ ‘Ben je het vergeten? We hebben pauze!’ ‘Ach ja, wat hebben we daarna dan?’ ‘ICT.’ ‘Zal ik nu wel eten voor je kopen? Lekker vers van de pers?’ Mesuka laat een glimlach zien. ‘Okee, het is goed. Kies maar wat lekkers uit!’ ‘Wil je niet zelf kiezen?’ Mesuka schudt haar hoofd. ‘Nee, ik weet dat er wel wat lekkers is in het winkeltje.’ ‘Okee, dan zie je vanzelf wel wat ik voor je haal.’ Mesuka knikt en laat een glimlach zien. Als Tsubasa terugkomt geeft hij een ingepakt croissantje aan Mesuka. ‘Owh, met bonenvulling! Dat is lekker!’ ‘Oja? Ik heb hetzelfde genomen. Ik heb ook fris voor je!’ Mesuka laat weer een glimlach zien. ‘Laten we aan een tafel zitten.’ ‘Dat is een briljant idee!’
Nadat de pauze is afgelopen lopen ze weer samen naar het ICT-lokaal. Daar lopen ze meteen naar binnen en gaan ze naast elkaar zitten achter de computers. ‘Zullen we vandaag websites gaan hacken?’ Mesuka moet erom lachen. ‘Ik denk niet dat je dat op school leert, Tsubasa!’ ‘Jammer genoeg niet, je kunt ver komen als je dat soort dingen leert op school!’ ‘Ja, of juist niet. Ik denk dat je verder komt als je een bedrijf opstart die website opbouwen, of dat je zelf een website opbouwt, en dat populair gaat maken. Als je het slim aanpakt.’
‘Okee, jongens en een aantal meisjes. We gaan vandaag meer met het systeem werken. Dus we gaan gewoon verder waar we gebleven waren. Als iedereen wilt inloggen in het systeem, dan kunnen we meteen beginnen.’ ‘Nou, dit is pas interessant!’ ‘Nee, Tsubasa. Dit is nog interessanter.’ Mesuka begint te glimlachen en logt in in het systeem. ‘Okee, jij hebt gewonnen.’ ‘Met wat!?’ ‘Niks. Laat maar.’
Als het 5 over half 3 is, staat Mesuka voor de school. ‘Wat ga je vanmiddag doen?’ ‘Ik ga naar een winkel met mijn huisgenoot, daarna ga ik huiswerk maken en hopelijk lekker gezond eten. Wat ga jij doen?’ ‘Nou, ik ga huiswerk maken. Daarna ben ik op internet te vinden!’ ‘Oja, wat doe je dan?’ ‘Ik chat heel vaak, en ik kijk veel naar interessante sites.’ ‘Wat voor sites?’ ‘Ach ja, auto’s en nog meer van die dingen.’ ‘Leuk! Maar ik moet gaan, daar is mijn bus. Ik zie je morgen weer!’ ‘Is goed, ik zie je morgen. Dag!’ ‘Dag.’ Mesuka loopt naar de halte toe en stapt de bus in. Als ze eindelijk zit, zucht ze heel diep. ‘Wat een fijne schooldag was het vandaag.’ zegt ze zacht…
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:29:38 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:29:38 GMT -5
‘Don’t do that!’
Mesuka kijkt naar de klok in de keuken als ze net binnenkomt. ‘Ik ben op tijd!’ ‘Je bent zeker op tijd. Hoe was je dag?’ Ken komt de studiekamer uitlopen. ‘Leuk, er kwam meteen een jongen op mijn af, die uiteindelijk vriendschap met mij wilde. Tenminste als het niet om huiswerk gaat.’ ‘Hoezo?’ ‘Er zijn ook mensen, die graag iemand anders zijn of haar huiswerk laat maken.’ ‘Ja, die mensen blijven bestaan.’ ‘Hij is heel aardig, hij kocht zelfs een broodje voor mij.’ ‘Nou, nou. Dat is erg aardig van hem. Hoe heet hij?’ ‘Tsubasa. Precies zoals mijn vader heet.’ ‘Oja?’ ‘Ik denk dat het toeval is, wat denk jij?’ ‘Het lijkt mij ook toeval.’ ‘Nou, ik pak mijn andere tas en doe daar de kaarten in.’ ‘Is goed, je hebt nog 20 minuten voordat de bus weer komt.’ ‘Okee, ik schiet wel op!’
Mesuka loopt snel naar haar kamer en doet haar kastdeur open. Mesuka bukt en graait in de kast en pakt uiteindelijk een kleine zwarte tas eruit. Dan gaat ze naar haar bureau en doet ze het bovenste laatje open. Daaruit haalt ze het doosje eruit en doet ze dit in haar tas. Ze pakt haar portemonnee uit haar rugtas en ze loopt de kamer uit. ‘Heb je een sjaal meegenomen? Want het is niet erg warm buiten.’ ‘Oja? Dat had ik niet in de gaten. Ik pak mijn sjaal wel even.’ Mesuka loopt terug en pakt haar zwarte lange sjaal. Dan staat Ken voor haar neus als Mesuka omdraait. ‘Sorry.’ ‘Maak niks uit. Ik heb alles, dus we kunnen haast. Alleen…’ ‘Alleen wat?’ ‘Ik wil wat eten, is er nog wat te snacken hier?’ Mesuka laat een glimlach zien. ‘Ik dacht van wel.’ Mesuka en Ken lopen de hal uit, de keuken in. Ken doet de kastdeur open en pakt een zak chips eruit. ‘Wie gaat vandaag koken?’
‘Nou ja. Eigenlijk wij weer… gister was ik in de plaats van Ray gegaan.’ ‘Dus ik en Ray. Nou ja, we gaan anders makkelijk eten als Ray weer laat uit is.’ ‘Of later…’ ‘Dat kan natuurlijk ook.’ ‘Zullen we alvast gaan?’ ‘Ja, maar… dan eet ik wel wat in het centrum.’ ‘Is goed, ik koop wel wat voor je.’ ‘Dat hoeft niet, ik heb zelf ook wel geld.’ ‘Okee.’ Mesuka en Ken doen hun jassen aan en lopen de deur uit. Als ze bij de halte zijn, voelen ze een koude windvlaag. ‘Het is toch wel koud, je had gelijk.’ ‘Ik zei het toch?’ ‘Ja, je had het gezegd.’ Dan komt de bus en stappen ze in. Als Mesuka en Ken eindelijk zitten zucht Mesuka diep. ‘Sorry voor vanmorgen.’ ‘Wat?’ ‘Ach je weet wel, vanmorgen.’ ‘Okee, die snap ik niet.’
‘Dat ik je een kus op je wang heb gegeven, ben je nou echt dom of vergeet je dingen snel?’ zegt Mesuka geïrriteerd. ‘Ik vergeet niet zo gauw dingen, ik was met je aan het sollen.’ ‘Leuk hoor! Ik vind het niet grappig.’ ‘Sorry, het was niet mijn bedoeling om je erg boos te maken.’ Mesuka kijkt boos naar buiten. ‘Mesuka, sorry.’ Mesuka reageert niet. ‘Mesuka, ik vind het niet leuk als je zo doet.’ ‘Ik hoor wel als we er zijn, goed?’ ‘Okee…’ Ken zucht en kijkt naar Mesuka. ‘Laat een glimlach zien, Mesuka.’ ‘Nee.’ ‘Mesuka, je bent mooier als je lacht.’ ‘Nee.’ ‘Mesuka, lach nou!’ ‘Nee, hou op!’ ‘Mesuka, sorry. Ik hou ermee op.’ ‘Dat is maar goed ook.’ Mesuka blijft uit het raam kijken. Ken kijkt de andere kant op.
‘Nou, bij de volgende halte moeten we uitstappen.’ ‘Okee.’ ‘Mesuka, ik wil wel dat je meer zegt dan alleen ‘okee’, je kan ook zeggen wat je vandaag nog meer hebt gedaan.’ ‘Nu niet. We kunnen uitstappen.’ ‘Okee, zeg dan zometeen wat meer.’ ‘Ja.’ Mesuka en Ken stappen uit. Als ze weer buiten staan wilt Mesuka lopen. ‘Mesuka wacht.’ Ken pakt de rechterarm van Mesuka. ‘Ik wil dat je wat gaat zeggen.’ ‘Wat moet ik zeggen?’ ‘Of je het mij vergeeft of niet?’ ‘Ken… ik vergeef het je. Sorry.’ ‘Dankjewel. Je hoeft zelf geen sorry te zeggen. Ik vind het fijn als we normaal kunnen praten.’ ‘Ja, ik weet het. Ik kan soms raar reageren.’ ‘Dat maakt niet uit, maar ik wil wel dat je daarna weer gewoon weer tegen me praat.’ ‘Sorry, maar ik vond het geen leuke grap.’ ‘Ik vond het niet erg.’ ‘Wat?’ ‘Dat je mij een kus op mijn wang gaf.’ Ken laat een glimlach zien. ‘Ik wist niet wat me bezielde, ik deed het gewoon.’ ‘Zoals ik al zei, ik vond het helemaal niet erg. Maar ik was verrast.’ ‘Nou, okee… Waar is die winkel?’ ‘Als je met mij meeloopt, dan zie je de winkel vanzelf.’ ‘Haha, heel grappig… of was dat bijdehand bedoeld?’ Mesuka laat een glimlach zien. ‘Kijk, dat miste ik net in de bus.’ ‘Ja, hou maar op! Laten we nu doorlopen, voordat de winkel gesloten wordt!’
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:30:03 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:30:03 GMT -5
‘A very pleasant surprise!’
Als Mesuka en Ken voor de winkel staat, kijkt Mesuka haar ogen uit. ‘Het ziet er best mysterieus uit!’ ‘Ja, dat is het ook. Zullen we naar binnen gaan?’ Mesuka schudt haar hoofd. ‘Waarom niet?’ ‘Ik durf niet meer.’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Ik weet niet, ik heb nu zo’n gevoel… dat ik niet verder kan…’ ‘Gevoel? Je verward mij een beetje.’ ‘Sorry, dat was niet echt de bedoeling.’ ‘We kunnen gewoon even naar binnen, het is maar een winkel.’ ‘Okee.’ ‘Moet ik je hand vasthouden?’ ‘Is dat een grap?’ Mesuka begint te fronsen. ‘Nee, dat was geen grap.’ ‘Sorry, maar het kwam heel raar over. Maar liever niet.’ ‘Okee, dan doe ik de deur voor je open.’
Als ze binnen zijn, kijkt Mesuka om haar heen. Overal hangen kasten met allerlei spulletjes. Haar mond staat open. ‘Kan ik je helpen?’ Een oude man loopt de winkel verder in. ‘Ja…’ ‘Waarmee kan ik je van dienst zijn?’ Toen bleef het stil. ‘Mijn vriendin heeft een doosje met kaartje gekregen van haar opa en oma. Ze zijn waarschijnlijk van Duel Monsters.’ Mesuka schrikt. ‘Mijn vriendin?’ denkt ze. ‘Interessant. Mag ik ze zien?’ Mesuka knikt en met bibberende handen doet ze haar tas open en pakt ze het doosje. Ze geeft het aan de man. Hij doet de doos open en bekijkt de kaarten. ‘Inderdaad, deze zijn van Duel Monsters.’ Hij loopt naar de toonbank en legt het doosje erop. Mesuka en Ken lopen ook naar de toonbank to. ‘Ken je het spel?’ Mesuka schudt haar hoofd. ‘Heb je misschien een boek met de spelregels?’ Mesuka schudt weer haar hoofd. ‘Mijn opa en oma gaven mij het doosje en vertelde dat mijn ouders hebben dit gespeeld.’
‘Oja? Interessant! En heeft je ouders dan geen boek hierover?’ ‘Nee, ze zijn verdwenen. Dus mij hebben ze niks hierover kunnen vertellen.’ ‘Wanneer zijn ze verdwenen dan?’ Mesuka kijkt naar de grond. ’10 jaar geleden, ze waren samen op vakantie in Egypte.’ ‘In Egypte? Weet je dat dit spel uit Egypte komt, het is al een eeuwenoud spel!’ ‘Wat? Meent u dat?’ De oude man knikt. ‘De oude Egyptenaren speelde dit spel met echte monsters, de monsters werden later gevangen in grote stenen.’ ‘Ik heb nooit geweten dat de oude Egyptenaren dit speelden.’ ‘Ik heb een boek voor je met de geschiedenis, tot zover het bekend is, van Duel Monsters. En de spelregels van het spel.’
‘Hoeveel kost het?’ ‘Voor jou helemaal niks.’ ‘Dat kan ik niet aannemen.’ ‘Zie het maar als een boek die je leent, dat kan je toch wel aannemen?’ ‘Ik denk van wel. Laat ik mijn naam en adres hier achter, dan kunt u mij bereiken als u het boek nodig hebt.’ ‘Dat hoeft helemaal niet. Ik denk zelf dat ik het boek niet eens nodig heb.’ Mesuka negeert het en pakt haar tas, maar bedenkt zich dat ze helemaal geen pen en papier heeft. Dan reikt Ken een pen en een stuk papier aan. ‘Dankjewel Ken.’ ‘Geen dank.’ Mesuka pakt het aan en begint te schrijven. ‘Alstublieft, meneer. Dan weet u mij altijd te vinden, u weet maar nooit.’
Hij neemt het papiertje aan. ‘Heb je een momentje?’ Mesuka knikt. De oude man loopt naar achteren. Mesuka begint de zuchten. ‘Dat is een aardige man, nietwaar?’ Mesuka knikt. Dan komt de man terug met een boek. ‘Laat ik dit inpakken, dan beschadigt het niet.’ Hij pakt papier en pakt dit in. Daarna pakt hij een tasje en doet het boek erin. ‘Alstublieft…’ De man kijkt op het papiertje. ‘…Mevrouw Mesuka.’ ‘Dankuwel meneer.’ ‘Graag gedaan. Ik ben benieuwd of ik je weer tegenkom in Duels, misschien tegen mijn kleinzoon.
Dan kijkt Mesuka beter naar de man. Hij heeft hetzelfde grappige haardracht dan de jongen die haar voorbij liep op school. ‘Uw haar…’ De man kijkt Mesuka raar aan. ‘Mijn haar? Wat is hiermee?’ ‘Volgens mij ben ik uw kleinzoon op school tegengekomen. Heeft hij hetzelfde haardracht als u?’ De man knikt. ‘Laat ik mij voorstellen: Meneer Moto, mijn kleinzoon heet Yugi Moto.’ ‘Prettig kennis te maken, meneer Moto. Ik ben Mesuka, en dit is Ken. Een vriend van mij.’ ‘Lees het boek goed door, dan hoop ik je snel weer te ontmoeten, Mesuka!’ Mesuka knikt. ‘Hartstikke bedankt voor het boek. Ik zal u zeker snel weer ontmoeten.’ Mesuka doet haar doosje met kaarten in haar tas en loopt samen met Ken de winkel uit. Mesuka zwaait naar de man en zucht diep. ‘En nu? Ga je je echt verdiepen in het spel?’ Mesuka knikt. ‘Ik ben helemaal opgewonden van het feit dat ik nu erachter kom hoe het spel gaat.’ ‘Ik ben ook benieuwd hoe het spel gaat.’ ‘Laten we samen het boek doorlezen.’ Ken kijkt blij. ‘Dat vindt ik hartstikke leuk!’ ‘Kom laten we eerst iets kleins eten, goed?’ Ken knikt. ‘Ik betaal.’ zegt Ken. Mesuka kijkt Ken aan. ‘Maar…’ Dan zet hij zijn wijsvinger op de mond van Mesuka. ‘Ik betaal, om het te vieren. Dat we samen Duel Monsters leren kennen!’ Mesuka glimlacht en knikt. ‘Heel goed idee, Ken!’ En dan lopen ze verder het centrum in.
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:30:46 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:30:46 GMT -5
‘The time called history’
Als ze voor een cafeetje staan, kijken Mesuka en Ken elkaar en beginnen te knikken. ‘Hier is wel goed genoeg, nietwaar Mesuka?’ ‘Ja hoor, ik vindt het hier wel gezellig.’ Als ze binnenlopen gaan ze aan een tafel zitten. ‘Koffie, thee of water?’ ‘Doe maar thee.’ ‘Okee.’ Even later komt Ken terug met thee en sandwiches. ‘Ik hoop dat dit goed genoeg is om niet straks afgeleid te worden door je knorrende maag.’ Ken glimlacht. ‘Een sandwich? Lekker! Drink jij ook thee?’ ‘Ja, is dat gek?’ ‘Ja, ik dacht dat je er juist niet van hield.’ ‘Nee hoor, dat is Ray. Die vindt koffie lekkerder.’ ‘Ohja, dat kan. Ik verwar jullie wel eens. Niet zovaak, maar goed…’ ‘Hmm, een sandwich is altijd lekker!’ Ken begint eraan te eten. ‘Klopt, het is een vullend tussendoortje.’
Als ze de sandwiches ophebben, pakt Mesuka het tasje waar het boek inzit. De verpakking haalt ze ervan af en ze slaat het boek open. Mesuka’s ogen worden groter en groter, naarmate de seconden verstrijken. ‘Wat staat er?’ ‘Dat oog…’ Mesuka stroopt haar rechtermouw op. ‘…dat is precies hetzelfde als… als mijn armband!’ Ken schuift het boek naar zich toe en bekijkt het plaatje. ‘Ja, het is precies hetzelfde!’ ‘Denk jij wat ik denk?’ ‘Misschien, ik weet niet.’ ‘Deze armband heeft te maken met Duel Monsters, maar waar dient dit voor?’ Mesuka kijkt naar haar armband. ‘Misschien weet meneer Moto het.’ ‘Misschien moet ik maar weer eens langs, het is alleen toch sneller dan ik dacht.’ ‘Dat je hem weer zou ontmoeten?’ Mesuka knikt. ‘Hoe laat gaan de winkels dicht?’ Ken kijkt op zijn horloge. ‘Over ongeveer een uur.’ ‘Zullen we dan meteen gaan?’ ‘Maar Mesuka, jij zou ook nog gaan koken. We komen erg laat thuis als je nu nog naar de winkel gaat.’
‘Dat maakt niet uit, ik wil antwoorden hebben en niet met vragen blijven zitten. Ik weet zeker dat meneer Moto mij heel veel kan vertellen.’ ‘Zal ik dan even naar huis bellen?’ ‘Is goed.’ Ken gaat naar een telefoon en doet daar een telefoonkaart in. ‘Met Aiko!’ ‘Hallo Aiko, je spreekt met Ken. Ik wilde zeggen dat ik met Mesuka in het centrum ben.’ ‘Owh, interessant! En wat hebben jullie met z’n tweetjes gedaan?’ ‘We hebben alleen wat gedronken samen, maar we zijn nogal verlaat. En Mesuka zou gaan koken.’ ‘Ja, met jou, toch? ‘Ja…’ ‘Nou, ik wil wel met Ray koken, dan ben ik daarvan af!’ ’Wil je dat doen? Nou, als dat kan…’ ‘Ik weet al wat we kunnen eten, iets heel lekkers.’ ‘We zien het straks wel!’ ‘Hoe laat komen jullie dan thuis?’ ‘Over minstens 1 uur.’ ‘Okee, dan zie ik je dan.’ ‘Dag Aiko.’ ‘Dag!’ Ken doet de hoorn op de telefoon en draait zich om. Dan staat hij oog in oog met Mesuka. ‘En?’ ‘Nou, Aiko en Ray gaan koken.’ ‘Nou, dat is mooi. Zullen we gaan?’ ‘Rustig Mesuka, we hebben alle tijd. Waarom heb je zo’n haast?’ ‘Ik ben bang dat de winkel dicht is, als we niet opschieten.’
‘Okee, dan gaan we.’ ‘Hier is je jas en je tas.’ Ken pakt zijn jas en doet dit meteen aan. Dan pakt hij zijn tas en de tas van Mesuka. Als Mesuka haar jas heeft aangedaan, lopen ze naar buiten. ‘Deze kant op.’ zegt Ken. En Mesuka loopt achter hem aan. Ken kijkt naar achter, ‘Je mag heus wel naast mij lopen hoor!’ Mesuka glimlacht en gaat naast hem lopen. ‘Weet je, ik ben eigenlijk best wel blij dat je dit tegen mij verteld hebt.’ ‘Hoezo?’ ‘Nou, dat jij een stukje van jezelf hebt laten zien aan mij. Dat waardeer ik echt.’ ‘Nou, eeh… graag gedaan, denk ik…’ ‘Of had je liever niet gewild dat ik dit wist?’ ‘Weet ik niet… Eigenlijk snap ik nog steeds niet dat je geïnteresseerd in mij bent.’ ‘Ach, je bent een apart meisje dat mysterieuze in je trekt mij aan. Ik heb het niet zo op ‘open’ mensen, je weet wel… Mensen die je alles vertellen, zelfs de dingen die je niet eens wilt weten.’ ‘En die lopen allemaal rond op jouw school?’ ‘Nou, niet echt. Gelukkig ken ik niet zulke personen, ze zijn er wel.’
Dan staan ze voor de winkel. Mesuka loopt meteen naar binnen. Meneer Moto staat achter de toonbank. ‘Hallo Mesuka, ik had je niet zo snel verwacht!’ ‘Nee, ik eigenlijk ook niet. Maar ik zit met een vraag.’ ‘Kom maar op.’ Mesuka loopt naar de toonbank en stroopt haar rechtermouw op. Als meneer Moto de armband ziet, kijkt hij verbaast. ‘Hoe kom je eraan, Mesuka?’ ‘Ik weet dat ik het gekregen hebt van mijn opa en oma, toen ik jarig was. Maar niet meer hoe oud ik toen was.’ ‘Volgens mij moet je mijn kleinzoon zo snel mogelijk ontmoeten. Hij heeft ook een voorwerp met zo’n oog erop, een ketting.’ ‘Een ketting met een omgekeerde piramide?’ Meneer Moto knikt. ‘Yugi zou eigenlijk nu thuis zijn, maar vandaag is dat niet het geval.’ ‘Hij weet meer over jouw Milennium-item, dan ik. Hij kan het dan ook veel beter uitleggen.’ ‘Milennium-item?’ ‘Ja, zo heet jouw armband. Ik denk dat het de Milennium-armband heet. Ik zal het zo snel mogelijk doorgeven aan Yugi, zodat hij je alles kan uitleggen.’ ‘Okee, dat is goed. Hartstikke bedankt, echt voor alles!’ ‘Graag gedaan, Mesuka. Ik doe het graag voor een toekomstige Duelist.’ Mesuka laat een glimlach zien en vertrekt meteen met Ken naar buiten. ‘Milennium-armband?’ ‘Ja, ik weet nu ook zeker dat deze armband te maken heeft met het oude Egypte!’
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:31:37 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:31:37 GMT -5
‘Trustfull friends!’
Als Mesuka en Ken net de bus zijn ingestapt, kijkt Mesuka naar Ken. ‘Wat is er?’ ‘Ik kijk even naar je.’ Ken begint te blozen. ‘Waarom kijk je dan?’ ‘Gewoon, ik durf nu meer, nu ik je beter ken.’ ‘Verder niks?’ ‘Nee hoor!’ Mesuka glimlacht. ‘Bedankt dat je vandaag bent mee geweest, ik vond het heel leuk.’ ‘Graag gedaan, ik vond het ook leuk en ik doe het graag!’ Mesuka pakt haar boek en zet dit op haar schoot. ‘Ik wil heel graag dit spel leren spelen, het lijkt mij juist een heel leuk spel… alleen de kaartjes al…’ ‘Klopt, Duel Monsters is best wel bekend hier, maar dan moet je het wel een keer van gehoord hebben.’ ‘Ik heb er nog nooit van gehoord, totdat ik deze kaartjes onder ogen kreeg te zien.’ ‘Ik heb het toen op school gehoord, van iemand die er helemaal gek van is. Het was een keertje dat hij erover sprak, maar hem werd verteld door zijn vrienden dat het een spel is voor kleine kinderen.’ ‘Ik kan er nog niks over zeggen.’ ‘Ik ook niet, daarom ben ik wel benieuwd.’ ‘Maar Ken, wil je het nogmaals niet doorvertellen over Duel Monsters, tegen niemand?’ Ken knikt. ‘Ik beloof het je, het gaat niemand iets aan.’ ‘Klopt, behalve jij!’ ‘Dankjewel Mesuka.’ ‘Geen dank, je bent te vertrouwen.’
Mesuka en Ken stappen uiteindelijk de bus uit. Ken wilt doorlopen. ‘Ken, wacht even.’ Ken draait zich om. Dan omhelst Mesuka hem. ‘Dankjewel, dat je met mij mee bent geweest.’ ‘Maar je hebt mij toch al bedankt?’ ‘Niet goed genoeg!’ Ken begint helemaal te blozen. Als Mesuka Ken weer loslaat, weet Ken niet waar hij moet kijken. ‘Sorry, ik wilde je niet verlegen maken, maar ik moest je bedanken. Omdat je een goede vriend bent.’ ‘Wil je mij voortaan waarschuwen als je mij heel goed wil bedanken?’ ‘Dat is goed.’ ‘Beschouw je mij nu wel als vriend?’ Mesuka knikt.
‘Laten we nu doorlopen, voordat het eten koud is.’ ‘Is goed. Laten we rennen.’ Dan rennen ze naar huis. Als ze bij de deur zijn, haalt Ken zijn sleutels tevoorschijn. Als de deur opengaat, staat Aiko voor de deur. ‘Ach, heb ik net de kus gemist!’ ‘Welke kus?’ vraagt Ken. ‘Tussen jullie, natuurlijk!’ Mesuka loopt binnen zonder iets te zeggen. Ze loopt meteen door naar haar kamer, daar zet ze haar tas op de grond. ‘Wat zit je nou te bazelen, heb je gedronken?’ hoort Mesuka op de achtergrond. ‘Nee, helemaal niet. Hoe kom je erbij!’ ‘Nou, je begint meteen van die rare dingen te zeggen. Dat doen mensen die gedronken hebben ook.’ ‘Ach, rot toch op… nou zit jij te bazelen. Maar nu weet ik zeker dat ik iets gemist heb!’ ‘Ray, zeg er iets van!’ ‘Aiko, hou op en ga koken!’
Dan staat Ken in de deurpost van Mesuka’s kamer. ‘Aiko zit weer raar te doen.’ ‘Dat doet ze elke dag, dus dat valt mij niet meer op.’ ‘Ach… ze wilt waarschijnlijk vrolijkheid in huis.’ ‘Door mij en jou lastig te vallen met gedachtes die niet in mijn hoofd voorkomen, zeker?’ ‘Wat ga je nu doen?’ Mesuka doet haar tas open en pakt het doosje en doet dit in de bovenste la. ‘Ik doe mijn boek en mijn kaarten in de bovenste la, zodat je altijd het boek kan pakken. Het kan ook op slot, dus…’ Mesuka pakt haar sleutelbos en haalt er een kleine sleutel ervan af. ‘…deze sleutel kan je gebruiken om het open te maken, als het op slot is.’ ‘Maar ik ben niet echt een persoon die zomaar iemand anders z’n kamer binnen te lopen.’ ‘Wen er maar aan, okee? Ik vertrouw je.’ ‘Dankjewel Mesuka.’ Ken doet de sleutel meteen aan zijn sleutelbos en loopt naar de keuken toe. Mesuka pakt haar boek en legt het neer in de la en doet de la dicht en zet het op slot. Daarna loopt ze meteen naar de keuken toe.
Daar zitten Aiko, Ray en Ken klaar om te beginnen. Mesuka gaat zitten. ‘Nou, eet smakelijk allemaal!’ ‘En was het gezellig vandaag?’ vraagt Ray. ‘Begin je nu ook al?’ ‘Nee, helemaal niet Ken, ik wilde weten of het een leuke middag was vandaag!’ ‘Ja, het was leuk. Hebben jullie het erg knus gehad dan in de keuken?’ vraagt Mesuka zeurderig. ‘Ja, het was erg knus hier. Dat moeten we vaker doen, toch Aiko?’ Aiko kijkt Ray boos aan. ‘Nog een leuke schooldag gehad dan, Aiko?’ ‘Ja, eigenlijk wel. Heel erg leuk saai… jij?’ ‘Ja, vanmorgen kwam meteen een jongen naar me toe, en nu zijn we vrienden.’ ‘Is het een leuke jongen?’ ‘Zullen we verder gaan met eten?’ ‘Goed idee Mesuka!’ zegt Ray.
Als het eten op is, gaat Ken afruimen. ‘Help je me mee, Mesuka?’ Mesuka knikt. Aiko en Ray lopen meteen naar de studiekamer. ‘Wat ga je straks doen?’ ‘Ik ga het boek openslaan!’ ‘Ik denk dat ik maar huiswerk ga maken.’ ‘Heb je dat vanmiddag niet gedaan?’ ‘Jawel, maar ik was nog bezig met een essay, die ga ik nog afmaken.’ Als Mesuka en Ken hebben afgeruimd en alles hebben afgewassen gaan ze naar de studiekamer. De tv staat hard aan. Ray kijkt een spelprogramma. ‘Is het leuk?’ Ray knikt. ‘Dan komen wij erbij zitten!’ ‘Gezellig!’ Aiko komt er ook nog bijzitten. ‘Zometeen is er een soap, zullen we die ook kijken?’ ‘Ja, is goed…’ zegt Mesuka.
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:32:24 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:32:24 GMT -5
‘A strange letter…’
Het is de volgende ochtend. Mesuka wordt wakker door haar wekkertje. Haar hand komt terecht op de wekker. Het geluid houdt op. Dan doet Mesuka haar ogen open. Ze gaat rechtop zitten en wrijft in haar ogen. Het is half 9. Mesuka stapt haar bed uit en loopt naar haar kast. Als ze er een trui eruit heeft gehaald, loopt ze richting naar de badkamer. ‘Hey Mesuka, ben je wakker?’ Mesuka kijkt om. ‘Hey Ken, ben je nu al wakker?’ ‘Ja, ik moet ook een keer naar school!’ ‘Hoe laat moet je?’ ‘Over een anderhalf uur.’ ‘Okee, ik ga eerst douchen, goed?’ ‘Is goed, ik zie je zo wel.’
Als Mesuka gedoucht heeft trekt ze haar kleren aan en kamt ze haar haren. Als ze de badkamer uitloopt botst ze bijna op Ken. ‘Sorry.’ ‘Maak niks uit, ik liep in de weg.’ ‘Lekker geslapen?’ Ken knikt. ‘Ik ook, was wel gezellig gisteravond.’ ‘Is alleen een beetje laat geworden.’ ‘Kom, dan kan ik ontbijten.’ Als ze de keuken in zijn gelopen, ziet Mesuka een klein mandje met broodjes staan. ‘Is dat voor mij, of hebben de anderen al wat gegeten hiervan?’ ‘Ja, je kwam maar niet uit je bed.’ ‘Wel fijn dat er nog wat brood ligt.’ Mesuka glimlacht. Ze gaat zitten en pakt een broodje, ze snijdt het in tweeën en eet het op. ‘Thee?’ Mesuka knikt. Ken schenkt een kopje thee in en zet het op tafel. ‘Ik heb vandaag een drukke dag, terwijl het vrijdag is!’ Mesuka’s ogen worden opeens groot. ‘Is het al vrijdag? Vanmiddag komt Sora hier! Tot hoe laat heb je les?’ ‘Tot half 4, zonder tussenuurtjes.’
‘Ai, dat is een lange dag!’ Dan komt Ray de keuken inlopen. ‘Hey Mesuka, het was toch vandaag dat je nichtje zou komen, of was het volgende week?’ ‘Dat is vandaag, heel goed onthouden… het is wel opvallend…’ ‘Hoezo?’ ‘Dat je het nog weet dat mijn nichtje van plan was hierheen te komen…’ ‘Ja maar, ik was eerst benieuwd of ze zou komen…’ ‘Het is goed, ze is om 4 uur bij mijn opa en oma, ik denk dat ze dan 5 uur hier is.' ‘Blijft ze eten?’ ‘Weet ik niet.’ ‘Dat zou wel leuk zijn, dan kook ik!’ ‘Maar je had gister gekookt?’ ‘Ohja? Vergeten… Maar eeh, ik moet weg. Moet de bus halen.’ Ray pakt zijn jas en tas en gaat naar buiten. De deur klapt hard dicht.
‘Waar is Aiko?’ ‘Die is 1 uur geleden al vertrokken, zij had een korte dag. Alleen moest ze vroeg beginnen.’ ‘Ik moet pas laat beginnen. Om half 3 ben ik klaar en ga ik meteen door naar mijn opa en oma.’ ‘Ik ben benieuwd hoe laat Sora komt, ik vind het namelijk wel leuk om haar te weer te zien.’ ‘Ik heb haar ook al eventjes niet meer gezien. Het is dat ze mij een e-mail stuurde, anders hadden we geen afspraak gemaakt.’ ‘Ja, waarom doe je dat dan niet?’ ‘Wat?’ ‘Zelf een e-mail sturen?’ ‘Laat ik zeggen dat ik er niet echt aan denk om het te doen. Ben gewoon te vaak bezig met school of andere dingen.’ ‘Tja, zo krijg je ook niet echt vrienden…’ ‘Misschien omdat ik er geen zin in heb?’ ‘In vrienden hebben?’ ‘Ik denk het.’ ‘Maar iedereen heeft toch vrienden nodig?’ ‘Niet iedereen, hoor!’ ‘Dus ik was eigenlijk niet nodig als vriend.’ ‘Daar heb je ongelijk in.’ ‘Nu snap ik je niet.’ ‘Ik ben blij dat ik jouw als vriend heb, ik hoef er niet meer te hebben. Misschien Tsubasa erbij voor op school, als ik jou dan niet zie… Maar voor de rest niemand.’
‘Okee, dan snap ik het.’ ‘Ohja? Gelukkig maar.’ Mesuka staat op en pakt haar bord en legt dit op de keukenblad. ‘Ik ga mijn tas inpakken, moet je niet gaan?’ Ken kijkt op zijn horloge. ‘Ja, je hebt gelijk.’ Ken rent naar de kapstok en pakt zijn jas. Dan pakt hij zijn tas. ‘Dag Mesuka, ik zie je vanmiddag.’ ‘Is goed.’ De deur gaat dicht. Dan is het stil. Mesuka loopt naar haar kamer en pakt haar boeken van de grond en doet dit in haar tas. Dan valt haar iets op, een blauwe enveloppe op haar bureautafel. Ze opent de enveloppe en haalt er een gevouwen papier uit. Dan vouwt ze het open en leest ze het zacht voor:
‘Leven in onwetendheid, Leven in onzekerheid, Leven in isolatie, Het lijkt alsof ik alleen ben, Terwijl ik dat niet ben.
Door jouw mysterieusheid Lijkt het alsof ik je niet ken De deuren blijven gesloten Al heb ik de sleutels in handen Al heb ik de deur geopend Mij vertel je niet alles
Dat gevoel heb ik de hele tijd Op zich is het niet erg Je mag zelf weten wat je mij vertelt Toch lijkt het alsof je mij wegduwt
Mijn gevoelens doen er niet toe Niet bij jouw keuzes Niet bij jouw gedachtes Niet bij jouw leven.
Door jouw mysterieusheid Lijkt het alsof ik je niet mag kennen De deuren blijven gesloten De sleutels zijn weggenomen De deur kan ik niet meer openen Dus ik vertel je alles Maar heb er spijt van, nadat ik het verteld heb.
Dat gevoel heb ik soms, Het is niet erg, Ik hou je vast, Dan duw je mij niet meer weg…’
Mesuka kijkt heel verbaasd naar de brief. ‘Van wie is het?’ zegt Mesuka. ‘Het lijkt mij niet van Ken of Ray, want het is een brief dat niet echt klopt met hoe we met elkaar omgaan. Misschien is het toch Ken, maar waarom kan hij het niet gewoon zeggen?’ Mesuka weet niet wat ze met de brief aan moet en stop het in haar tas. Als ze naar haar klokje kijkt, ziet ze dat ze nog lang niet op school hoeft te zijn. Ze pakt haar tas en legt het in de hal. Dan gaat ze de studiekamer in en start ze de computer op. Als ze internet opgaat ziet ze dat ze een nieuwe e-mail heeft. Het is van Sora:
‘Hey Mesuka,
Ik kom eerder bij Opa en Oma, ik ben namelijk om half 3 uit. Ik zie je dan!
Sora’
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:33:07 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:33:07 GMT -5
‘A boring day with a nice boy’Als Mesuka uitstapt uit de bus, hoort ze haar naam. Ze kijkt achterom. Het is Tsubasa. ‘Hai Mesuka, hoe gaat het met je?’ ‘Goed, met jou?’ ‘Prima, nu ik jou zie.’ ‘Wat wil je daarmee zeggen?’ ‘Gewoon, ik vind het leuk om te weten dat het goed met je gaat.’ ‘Nou, heel aardig van je.’ ‘Hadden we huiswerk vandaag?’ ‘Niet dat ik weet. We hebben de halve dag ICT, het enige huiswerk dat we hebben is theorie leren.’ ‘Dat is toch ook huiswerk?’ ‘Ja, maar als je goed oplet in de les, hoef je ook niet te leren. Dan heb je al geleerd.’ Mesuka glimlacht. ‘Meen je dat of was dat een grapje?’ ‘Dat mag je zelf bepalen.’ ‘Mesuka, wat ben je onduidelijk vandaag.’ ‘Zullen we naar binnen gaan?’ Tsubasa knikt. ‘Dat was wel duidelijk!’ Ze lopen over het schoolplein de school in. Op het schoolplein worden ze bekeken. ‘Zijn we populair?’ vraagt Mesuka. Tsubasa haalt zijn schouders op. ‘Misschien, ik denk toch dat ze graag willen roddelen.’ ‘Dus als ze wat zien, al geef ik je een papiertje, dan denken ze meteen aan…’ Mesuka wacht op een antwoord van Tsubasa. ‘Dat het een liefdesbrief is.’ ‘Jaja, okee dat wordt dus geen gedichten lezen.’ ‘Wat?’ ‘Ja, want anders denken ze dat het een liefdesbrief is.’ ‘Nee nee!! Ik vond je gedicht van gister hartstikke leuk, ik wil graag nog meer lezen!!’ ‘Nou ja, ik schrijf het in een schrift. Niet een brief.’ ‘Ja, ik wilde zeggen dat ik een eigen schrift heb, ik heb het eerste papiertje waar we gister op schreven erin geplakt, dus we kunnen voortaan daarin schrijven.’ ‘Oja? Dat is een leuk idee! Hoe kom je erop?’ ‘Dat leek mij makkelijker, dan kan je het schriftje ook mee naar huis nemen ofzo.’ ‘Hoezo? Ben je van plan een heel lang verhaal te vertellen over jezelf?’ Mesuka lacht. ‘Nee, maar ik dacht dat je misschien mij heel wat had te vertellen, of misschien ik… weet alleen nog niet wat!’ ‘Misschien heb je een duister verleden dat je graag met mij wil delen.’ ‘Duister verleden? Wat denk je wel niet van mij?’ ‘Een jongen die erg dicht is tegenover mensen, denkt dat niemand geïnteresseerd is in hem en heeft niet veel vrienden.’ ‘Hmmm, heb je veel mensenkennis?’ ‘Weet ik niet, maar zo denk ik nu over je.’ ‘Je hebt wel een beetje gelijk, ik ben niet echt open tegenover sommige mensen. Ik heb wel vrienden, maar wat is veel? Is 10 vrienden al veel? Dan heb ik veel vrienden!’ ‘Dat vind ik veel, dus daar had ik ongelijk in.’ Als ze binnen zijn bekijken ze het mededelingenbord. ‘Hmm, we hebben maandag weer maatschappijleer.’ ‘Heb je al wat geschreven voor Engels?’ ‘Ja, door jou heb ik een leuk verhaaltje geschreven.’ ‘Owh, dus ik heb je inspiratie gegeven?’ ‘Ja, dat kun je wel zeggen! Bedankt.’ ‘Geen dank, hoor!’ Dan lopen ze naar het ICT-lokaal. ‘Hoeveel uur hebben we les?’ ‘Heb je geen rooster ofzo? We hebben 4 uur ICT vandaag! Dan zijn we weer uit!’ ‘Owh, erg leuke dag.’ ‘Wil je ook alvast het rooster van morgen weten?’ Tsubasa knikt. ‘Dan hebben we… geen les.’ ‘Is het al vrijdag?’ ‘Ben ik blij dat je mij kent, anders stond je morgenochtend voor een dichte school!’ Tsubasa begint te lachen. ‘Dat zou een mooie worden, als ik zo verstrooid ben dat ik vergeet dat het zaterdag is en dat ik geen school heb.’ ‘Ik verwacht het wel, net zei je nog dat je niet wist dat het vandaag vrijdag is.’ ‘Ja, ik was het even vergeten. Ik ben NIET verstrooid!’ ‘Jaja, mij maak je niks wijs.’ Dan lopen ze het lokaal in en maken ze plaats achter de computers. Dan pakt Tsubasa een schrift uit zijn tas en geeft het aan Mesuka. ‘Ik ben alvast begonnen met schrijven.’ ‘Okee, ik lees het straks wel.’ ‘Ik ben benieuwd of je er een gedicht in gaat schrijven of niet…’ ‘Dat zie ik straks wel.’ ‘Okee.’ Dan begint komt de leraar binnenlopen en begint te praten: ‘Zo jongens en… meiden. Voordat we verder gaan met het systeem wil ik jullie erop wijzen dat jullie volgende week een toets hebben over de theorie van wat jullie allemaal gehad hebben.’ De klas is meteen niet meer in een vrolijke stemming. ‘Dan wil ik jullie er ook op wijzen, dat de les na de toets uitvalt in verband met vergadering.’ Dan steekt iemand zijn hand op. ‘Ja?’ zegt de leraar. ‘Zijn we die dag dan uit?’ ‘Dat weet ik niet, dat moeten jullie maar aan de directeur vragen. Kunnen we nu beginnen met de les?’ Mesuka zucht. ‘Dit kan een lange dag worden…’ ‘Waarom?’ ‘Omdat we nog steeds over hetzelfde onderwerp les hebben.’ Als Mesuka het schrifje opent ziet ze dit staan: ‘Hallo, Ik dacht laat ik een schriftje gebruiken om met jou te kunnen communiceren. Ik heb niet veel te vertellen, Alleen dat ik hoop dat je hier een gedichtje schrijf, Misschien voor mij Tsubasa.’ Mesuka pakt een pen en schrijft terug: ‘Ja hoor, Ik schrijf wel een keer een gedicht, Maar ik moet nu opletten, Ik heb namelijk les, Ik weet niet hoe het met jou zit… Mesuka.’ Ze geeft het schriftje meteen aan Tsubasa. Als Tsubasa het leest moet hij lachen… ‘Ja hoor, ik wacht wel, ik blijf hopen Tsubasa.’
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:33:52 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:33:52 GMT -5
‘Do you want to be friends or more?’
Als ICT is afgelopen, lopen Mesuka en Tsubasa de klas uit. ‘Was een saaie les, nietwaar?’ ‘Dat zei ik toch?’ Tsubasa knikt, hij pakt het schriftje en geeft het aan Mesuka. ‘Nu is het weekend. Wat ga je in het weekend doen?’ ‘Nou, meestal ga ik naar mijn opa en oma, maar dit weekend niet, denk ik. Want vandaag ga ik ook al naar ze toe en mijn nichtje is er ook.’ ‘Leuk, hoe oud is je nichtje?’ ’14.’ ‘Okee, ziet ze er leuk uit?’ ‘Ja hoor, ze lijkt me wel iets voor jou, alleen moet je achter in de rij gaan staan, want er zijn meerdere voor u!’ Mesuka geeft een knipoog. ‘En voor jou? Staan er ook jongens voor jou in de rij?’ Mesuka schudt haar hoofd. ‘Nee, maar ik heb er ook geen zin in. Als ik verliefd word geef ik dat wel door, maar nu niet.’ ‘Jammer.’ ‘Hoezo?’ ‘Niks.’ ‘Je zegt niet voor niets jammer.’ ‘Ik hoopte dat ik een kans bij je zou maken.’ ‘Was het eerst niet de bedoeling vrienden te worden, zeg maar goede vrienden?’
‘Vrienden?’ ‘Ja, vrienden. Ken je dat woord niet? Er is wel een woordenboek te vinden in de bibliotheek, dan kan je het opzoeken.’ ‘Nee, ik weet wel wat het betekend, maar ik dacht dat we al vrienden waren.’ ‘Ja, maar het liefst wil ik goede vrienden met je worden.’ ‘Dat is goed. Heb je morgen een plekje voor mij vrij?’ ‘Voor wat?’ ‘Dat we iets samen kunnen doen.’ ‘Wat wil je dan doen dan?’ ‘Naar de bioscoop ofzo?’ ‘Moet ik dat zien als een afspraakje?’ Mesuka begint een beetje zenuwachtig te worden. ‘Dat mag jij zelf weten, maar ik wil je wel beter leren kennen.’ ‘Dat is geen probleem, hoor.’ Mesuka slikt, omdat ze een droge keel heeft. ‘Kan ik je straks misschien bellen of je het dan weet?’ ‘Ja is goed, waar is je agenda? Dan schrijf ik het daar wel op, met adres en al.’ ‘Okee, dat is goed. Als ik dat bij jou ook mag doen!’ Mesuka knikt en pakt haar agenda. Tsubasa geeft zijn agenda aan Mesuka en krijgt de agenda van Mesuka. Als ze beiden hun adres hebben geschreven geven ze het weer aan elkaar terug. ‘Bel mij maar rond half 8, dan ben ik meestal wel thuis. Okee?’ Tsubasa knikt. ‘Ik moet nu naar mijn opa en oma, ik heb namelijk afgesproken met mijn nichtje daar.’ ‘Okee, ik bel je vanavond wel.’
Mesuka loopt de school uit en kijkt 1 keer naar achteren. Daar ziet ze Tsubasa staan, hij weet niet wat hij moet doen, dus zwaait hij maar naar Mesuka. Mesuka zwaait terug, maar ziet in haar ooghoeken dat de bus eraan komt. Mesuka rent naar de bushalte en stapt meteen de bus in. Als ze zit zucht ze diep. Haar handen bibberen. Ze weet niet wat ze moet doen, ze is een beetje verward. Als ze het schriftje pakt van Tsubasa ziet ze iets staan:
‘Hey Mesuka,
Als het goed is heb ik je gevraagd of we morgen (zaterdag) iets kunnen doen. Als je morgen niet iets met mij wilt doen, Moet je eerlijk zijn!
Tsubasa.’
Als ze de bus weer uitstapt denkt ze aan de brief van vanmorgen. Ze weet nog steeds niet zeker wie het heeft geschreven. Dan staat ze voor de deur van haar opa en oma. Ze belt aan. Dan wordt de deur opengedaan door Sora. Mesuka begint meteen te lachen. ‘Hey lang niet gezien!’ En ze beginnen elkaar te omhelzen. ‘Ik ben echt blij dat je mij een e-mail hebt gestuurd, anders zou het nog langer duren dat we elkaar zouden zien!’ ‘Hoe zit dat nou met die huisgenoot van je? Die vindt mij leuk ofzo?’ ‘Ja, was eigenlijk een grapje. Ik weet het namelijk niet zeker!’ ‘Gelukkig maar! Kom binnen!!’ Sora geeft en knipoog en begint te lachen. Mesuka doet haar jas uit en hangt het op, dan loopt ze naar binnen…
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:36:28 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:36:28 GMT -5
‘Meeting Sora’
‘Hallo Mesuka, hoe gaat het nu met je?’ ‘Hartstikke goed, Oma. En met u?’ Oma knikt vrolijk. ‘Prima, wil je thee met een koekje?’ ‘Graag Oma.’ Mesuka gaat zitten en zet haar tas naast de stoel. ‘Heb je een fijne dag gehad op school?’ ‘Ja hoor, ik heb een nieuwe vriend op school.’ Sora gaat zitten op de bank naast Oma. ‘Een vriendje?’ ‘Nee, EEN vriend, iemand waarmee ik bevriend ben.’ ‘Dat is leuk om te horen.’ Oma schenkt thee in en geeft het kopje aan Mesuka. Mesuka knikt. ‘Hoe heet hij?’ Oma geeft een koekje aan. ‘Hij heet Tsubasa.’ Oma schrikt en gaat ervan zitten. ‘Echt waar?’ Mesuka knikt. ‘Hij is heel erg aardig, zo ben ik niet alleen op school.’ ‘Vind je het niet erg dat hij precies zo heet als je vader?’ Mesuka schudt haar hoofd. Sora kijkt verbaast. ‘Heet jou vader ook Tsubasa? Dat wist ik niet eens! Mijn vader en moeder wilde mij dat nooit zeggen.’ ‘Dat komt omdat je toch wel jong was, toen alles gebeurde.’
‘Ik heb altijd gedacht dat u en Opa de ouders waren van Mesuka.’ Oma begint te lachen. ‘Tja, het klopt wel een beetje, omdat we de taken van haar ouders hebben overgenomen nadat ze niet meer terugkwamen…’ ‘Komen ze nog terug, Oma?’ Oma haalt haar schouders op. Sora pakt haar kopje thee, die al ingeschonken was, en begint eruit te drinken. ‘Het zou wel weer leuk zijn om ze te zien, ik weet namelijk niet meer hoe ze eruit zien.’ Mesuka kijkt naar de grond. ‘Mesuka?’ Mesuka reageert niet. ‘Mesuka? Waar zit je met je gedachten?’ vraagt Oma. Mesuka kijkt op naar Oma. ‘Ik weet niet, ik wil juist over iets vrolijks praten.’ ‘Dat is een goed idee.’ ‘Als je het niet erg vind, Sora, ik wil graag zometeen alweer naar huis.’ ‘Owh, dat is behoorlijk snel. Is het goed als over we 15 minuten gaan vertrekken?’ Mesuka knikt. ‘Dat is goed.’ Dan komt Opa binnen. ‘Hallo meiden, jullie waren er al?’ ‘Hallo Opa, hoe gaat het met u?’
‘Hartstikke goed, ik heb net een leuk wandeling gemaakt.’ Opa gaat zitten op de bank naast Oma. ‘We gaan over 15 minuten alweer weg. Dan gaan we naar mijn huis.’ ‘Dan kan ik weer haar huisgenoten zien, want ze zijn erg aardig.’ ‘Dat is leuk om te horen. Hebben jullie nog wat leuks gedaan?’ Oma staat op en loopt naar de keuken. ‘Ja, ik heb er een vriend bij, op school en thuis.’ ‘Ohja? Je zei net alleen op school?’ ‘Klopt, maar ik was nog niet uitgepraat toen jij en Oma over mijn ouders begonnen.’ ‘Met wie ben je dan thuis bevriend? Eigenlijk allemaal, maar het meest met Ken.’ ‘Dat is leuk om te horen, Mesuka. Vrienden kan je niet genoeg hebben.’ zegt Opa. ‘Dat klopt. Bij mij op school heb ik wel vriendinnen, maar thuis heb ik er nog meer. Lekker gezellig huiswerk maken!’ ‘Hoe heet die vriend op school, Mesuka?’ ‘Tsubasa.’ Opa knikt. ‘Dat is toevallig, vind je niet?’ ‘Ik vind het toevallig dat hij net zo heet als mijn vader. Eigenlijk vind ik dat ook leuk.’ Mesuka glimlacht.
Mesuka kijkt naar de klok die aan de muur hangt. ‘Zullen we gaan Sora?’ Sora zucht. ‘Okee. Oma we gaan weg!’ roept Sora. Oma komt de keuken uitlopen. ‘Ik kom zo snel mogelijk weer, okee?’ Opa en Oma knikken. ‘Kom maar zo snel mogelijk langs, we vinden visite altijd leuk.’ zegt Oma. ‘Dat is goed, ik probeer binnen 2 weken weer langs te komen. Ik bel dat van tevoren op.’ Sora loopt naar de hal en pakt haar jas. Mesuka pakt haar tas en loopt de hal in. Als ze beide hun jassen hebben aangedaan, begroeten ze hun opa en oma nog. ‘Dag Opa en Oma.’ ‘Dag Mesuka en Sora!’ De deur gaat open en klapt hard dicht. ‘Zo, jij wilde snel weg. Waarom eigenlijk?’ ‘Ik was gekomen voor gezelligheid, niet voor de zieligheid.’ ‘Hey, je hoeft niet zo raar tegen mij te doen!’ ‘Ja, sorry… maar misschien komen ze nog terug.’ ‘Wie?’ ‘Mijn ouders.’ ‘Maar ze zijn toch verdwenen in Egypte?’ ‘Ja, maar ze kunnen ook terug gevonden worden.’ Ze lopen naar de bushalte en wachten op de bus. ‘Denk je dat je ze ooit nog zou terugzien?’ Mesuka knikt. ‘En probeer niet mijn hoop af te pakken!!’ ‘Nee, nee! Dat zou ik niet eens durven!’ Als de bus eraan komt, stappen ze meteen in. Als ze zitten, zucht Mesuka diep. ‘Waar maak jij je zorgen over?’ ‘Nou, ik weet niet.’ ‘Okee. Ik ben eigenlijk benieuwd naar Ray.’ ‘Hoezo?’ ‘Omdat hij mij misschien wel leuk vindt.’ ‘Dat weet ik niet zeker, dat had ik ook gezegd.’ ‘Ja, maar mocht het zo zijn, dat is toch alleen maar leuk?’ ‘En je zei eerst ‘gelukkig maar’, je verandert ook snel van mening!!’ ‘Nee, dat was een grapje, ik gaf ook een knipoog.’ ‘Okee, je ziet het vanzelf wel. Bij de volgende halte kunnen we uitstappen.’ ‘En hoe zit het met jou en Ken en met Tsubasa? Zijn het leuke jongens?’ ‘Ja, ze zijn leuke jongens, maar ik ben niet verliefd ofzo. Ik ben op zoek naar vriendschap, niet naar liefde?’ ‘Ach, liefde komt vanzelf aanwaaien, opeens heb je er last van!’ ‘Hopelijk niet, want ik wil er nog geen last van hebben!’ Dan stappen ze de bus uit. ‘Is Ray al thuis?’ ‘Dat weet ik niet, ik weet niet tot hoe laat hij les heeft. Maar Ray is wel thuis en Aiko volgens mij ook.’ Als ze voor de deur staan gaat de deur vanzelf open, het is Ken die de deur open doet. ‘Hallo dames, zijn jullie verdwaald?’
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:43:23 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:43:23 GMT -5
‘Just don’t know what she is thinking…’
Mesuka en Sora staan voor de deur, oog in oog met Ken. ‘Verdwaald? Nee hoor, volgens mij zijn we hier goed!’ Mesuka geeft een knipoog. Ken moet blozen. ‘Niet verdwaald? Okee, kom maar binnen dan.’ ‘Hallo, jij bent toch Ken?’ Ken knikt. ‘Leuk je weer te zien, Sora.’ Mesuka en Sora staan in de hal en doen hun jas uit. ‘Geldt hetzelfde voor mij, hoe gaat het met je?’ ‘Prima, met jou?’ ‘Goed, beetje druk met school.’ ‘Dat is normaal, haha.’ Ze lopen naar de studiekamer en gaan zitten op de bank. Dan staat Ken weer op. ‘Willen jullie wat drinken?’ Mesuka schudt haar hoofd. ‘Ja graag, doe maar fris.’ ‘Okee.’ Ken loopt de studiekamer uit en gaat naar de keuken. ‘Waar is Ray trouwens?’ Mesuka haalt haar schouders op. ‘Ik wil eigenlijk je kamer wel weer zien. Even kijken of er iets eraan veranderd is.’ ‘Niet veel denk ik, maar je mag wel kijken.’ Sora staat meteen op. ‘Kom we gaan meteen kijken.’
Mesuka zucht en staat op. Dan loopt ze achter Sora aan. Ken wilt de keuken uitlopen en heeft 2 glaasjes fris in zijn handen. Hij kijkt naar hoe Sora de hal in loopt, dan ziet hij Mesuka. ‘Ja, ze wilt mijn kamer zien.’ ‘Okee, ik wacht wel.’ Ken loopt de studiekamer in en zet de glazen op een kleine tafel. Dan gaat hij zitten op de bank en zet hij de tv aan. Als Sora de deur opent kijkt ze een beetje raar. ‘Het is precies hetzelfde, alleen is het een beetje rommelig en hangt er een poster!’ ‘Ja, er is in geleefd.’ ‘Maar het is wel een leuke kamer.’ ‘Ja dat is het ook, daarom ben ik zo blij dat het zo mooi is geworden, met jouw hulp!’ ‘Ja, geen dank.’ ‘Zullen we weer naar de studiekamer gaan?’
‘Ik hoop dat Ray gauw komt, ik wil hem weer eens zien!’ ‘Jaja, het is goed… kom nou.’ Sora gaat tegen haar zin in de kamer uit. Mesuka doet de deur dicht. Dan botst Sora tegen Aiko op. ‘Sorry.’ ‘Maak niks uit. Jij bent toch Sora?’ Sora knikt. ‘Leuk je weer te zien, je bent wel wat veranderd na de laatste keer dat we elkaar zagen.’ ‘Ohja?’ Sora kijkt naar zichzelf. ‘Ja, je bent ouder geworden en ander kapsel.’ Dan lopen ze samen de studiekamer in. ‘Maar zit je nog op de middelbare school?’ ‘Ja, maar ik heb nu minder vrije tijd gekregen, dus daarom heeft het zolang geduurd dat hier ik ben gekomen.’ ‘Ja, dat kan gebeuren.’ Dan komt Ray binnen. ‘Hallo Ray.’ Sora staat op en gaat naar hem toe. Ray kijkt haar raar aan en begint te fronsen. Dan begint hij vrolijk te kijken.
‘Hallo Sora, dat is even geleden!’ ‘Mag ik met je mee lopen naar je kamer?’ Dan kijkt Ray raar. ‘Ja, van mij mag het.’ Ray loopt door en Sora loopt vrolijk achter hem aan. Mesuka kijkt raar. ‘Wat is dit nou weer, gaat ze zo met hem mee.’ ‘Ach ja, heeft ze wat te doen hier.’ Aiko lacht. ‘Dat klopt toch?’ ‘Ja, kan… Maar goed, hoe was jullie dag?’ ‘Ja, ging wel… we hebben weekend, dat is het enige wat nu telt, toch?’ Ken kijkt vragend naar Mesuka. ‘Wat ga je dan doen in het weekend?’ ‘Nou, om eerlijk te zijn was mijn dag meer dan knudde. Bedankt voor de belangstelling!’ Aiko staat op en loopt boos weg. ‘Wat was dat nou weer? Ik dacht dat ze niks wilde zeggen.’ ‘Ze voelt zich vaker gepasseerd…’ ‘Zal best, maar was je nog wat van plan morgen?’ ‘Nee, niet echt. Ik ga morgen eigenlijk weekend vieren.’ ‘Dus je gaat uit?’ ‘Misschien ja.’ ‘Waarom ga je vanavond niet?’ ‘Weet niet, misschien. Maar waarom vraag je het?’ ‘Owh niks.’
‘Nee, je vraag het niet zomaar.’ ‘Ja, nou… Tsubasa vroeg aan mij of ik morgen wat te doen heb, maar ik weet niet wat ik moet doen. Ik ken hem amper.’ ‘Wat wil hij met jou doen dan?’ ‘Weet ik niet, bioscoop ofzo.’ ‘Owh, een afspraakje? Dan denk ik dat hij je leuk vindt.’ ‘Nu al?’ ‘Dat kan toch?’ ‘Over iemand leuk vinden gesproken…?’ ‘Ja?’ Mesuka loopt naar de hal en pakt haar tas. Daaruit pakt ze de brief van vanmorgen. Dan haalt ze het briefje eruit en gaat ze het voorlezen: ‘leven in onwetendheid, leven in onzekerheid, leven in isolatie, het lijkt alsof ik alleen ben, terwijl ik dat niet ben. Komt dat je bekend voor?’ Ken kijkt naar beneden. ‘Het lijkt net alsof dit over mij gaat, klopt dat?’ Ken knikt verlegen. ‘Het gaat over jou. Ik heb het speciaal voor jou geschreven.’ ‘Waarom?’ ‘Jij geeft mij inspiratie, ik wil alles van je weten, maar je sluitte me soms af.’ ‘De eerste alinea is in de ik-vorm, maar gaat over mij. Maar de rest is ook in de ik-vorm, maar gaat vanuit jezelf. Ik vind het heel mooi, maar wil je mij iets vertellen?’ ‘Ik wil je alleen maar zeggen… zullen we even wandelen?’ Mesuka kijkt Ken vragend aan. ‘Dan kunnen we onder 4 ogen praten.’ ‘Is goed, als je even wacht geef ik het even aan Sora door. Die is natuurlijk hartstikke druk met Ray.’ Ken knikt. Mesuka loopt de hal in en gaat naar Ray’s kamer. Ze klopt daar aan en doet de deur open. Sora zit op zijn bed en Ray staat ernaast. ‘Owh, hallo. Sora ik ga even wandelen met Ken, dus ik wilde dat doorgeven. Is het geen probleem?’ Sora schudt haar hoofd. ‘Okee, dan ga ik maar. Ik ben zo weer terug.’ ‘Is goed, veel plezier.’ Mesuka draait zich om en loopt de hal weer in. Ze pakt haar jas en kijkt de studiekamer in. ‘Kom je?’
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:43:43 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:43:43 GMT -5
‘The confession’
Als Mesuka en Ken samen buiten lopen, begint Ken te zuchten. ‘Ik weet het niet, maar dit kwam zomaar mijn vingers uit vloeien.’ ‘Het is best een mooi gedicht.’ ‘Dankje.’ Ken begint te blozen en word verlegen. ‘Ik ben verliefd op je geworden, Mesuka… dat wilde ik zeggen met dit gedicht.’ ‘Ken, je laat me schrikken.’ Mesuka trilt op haar benen. ‘Sorry.’ ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen.’ ‘Zeg niets of in ieder geval wat je over mij denkt.’ Mesuka stopt met lopen. ‘Dat kan ik niet.’ Mesuka draait zich om en wilt terug naar huis lopen. Dan pakt Ken haar rechterarm om Mesuka te stoppen. ‘Mesuka, ontloop je gevoelens niet. Je kan toch gewoon zeggen of je wat voor mij voelt of niet.’
‘Ik wil niet.’ ‘Waarom niet?’ ‘Ken, ik wil niet verliefd op je worden. Ik kan niet verliefd op je worden.’ ‘Waarom niet?’ ‘Ik wil het gewoon niet, je bent een goede vriend, maar zo goed ken ik je niet. Ik wil je eerst leren kennen.’ ‘Dat is goed, ik vind dat niet erg.’ ‘Laat me los, Ken. Ik wil normaal met je praten.’ Ken laat haar arm los. ‘Sorry. Ik snap het, jij wilt mij beter kennen, ik vind dat goed.’ ‘Gelukkig maar.’ Mesuka kijkt voor haar uit. ‘Ik wil niet te haastig iets beslissen.’ ‘Je hebt al besloten.’ ‘Hmm?’ ‘Je hebt besloten dat je mij eerst beter wilt leren kennen voordat je verder beslist.’ ‘Ik wil weer naar huis.’ ‘Mesuka, sorry. Ik wilde je niet laten schrikken, en al helemaal niet willen afschrikken.’ ‘Maak niks uit, al zit ik te trillen op mijn benen.’ ‘Dat kan best gebeuren, nadat iemand je net verteld heeft dat…’ ‘Het is goed, Ken. Kom we gaan.’ Ken knikt en loopt mee. ‘Wil je het…’ ‘Nee, ik zal het aan niemand zeggen. Nu heb ik ook iets om te verbergen voor anderen.’ Ken knikt verlegen.
‘Mesuka, vind je het niet erg dat ik je een gedicht hebt geschreven?’ ‘Nee hoor, ik schrijf zelf ook gedichten en ik vind hem erg mooi.’ ‘Maar hoe wist je eigenlijk dat ik het was?’ ‘Ik wist het niet, ik nam juist een gokje. Daarom begon ik met voorlezen. Als je het niet herkend had, dan had ik wat anders gezegd.’ ‘Had je dan tegen mij gelogen?’ ‘Nee, ik had dan gezegd dat iemand mij dit heeft geschreven en dat als jij het niet was, dat het dan Ray was.’ ‘Je was dan echt eerlijk tegen mij geweest?’ ‘Ja, waarom niet. Je bent toch een vriend van mij?’ Dan staan ze voor de deur en Ken maakt de deur open. ‘Dankjewel.’ ‘Waarvoor?’ Mesuka kijkt Ken vragend aan. ‘Nou, dat je het nu weet.’ ‘Je hebt het mij toch verteld?’ Ken knikt. ‘Maar ik kan het je gewoon vertellen.’ Dan lopen ze naar binnen. Mesuka doet haar jas uit en hangt het op. ‘Ik ga naar mijn kamer.’ ‘Goed, laat me weten wanneer je uit het boek gaat lezen.’
‘Ik laat het je wel weten.’ Mesuka glimlacht en loopt naar haar kamer. Dan doet ze de deur dicht en op slot. Ze zet haar muziek aan, maar zacht en ze pakt een papiertje en een pen en gaat zitten op haar bureaustoel. Ze legt het papiertje op haar bureau en wilt gaan schrijven. Maar er komt niks uit haar vingers. Ze leunt naar achteren en begint te zuchten. Haar bureaustoel begint te kraken. Ze doet de bovenste la open en haalt het boek eruit en legt dit op de tafel. Dan hoort ze iemand kloppen aan de deur. ‘Wie is het?’ ‘Ik ben het Sora. Waarom heb je de deur dicht gedaan?’ Mesuka doet het boek snel weer in de la. Ze loopt naar de deur en haalt de slot ervan af. Als de deur opengaat, staat Sora ongeduldig te wachten. ‘Hoezo duurde het lang?’ ‘Ik was even met wat bezig…’ ‘Okee, die Ray is echt aardig.’ ‘Hoezo?’ ‘Nou, omdat het zo is.’ ‘Wat hebben jullie gedaan? Heb je nu al gezoend?’ ‘Hoe weet jij dat nou?’ Sora lacht en geeft een knipoog. ‘En vind hij je leuk?’ ‘Weet ik niet, hij was best verlegen.’ ‘Verlegen? Zo ken ik hem niet.’ ‘Ja, hij was erg rustig. Maar hij vertelde over school enzo. Dat was wel leuk.’ ‘Gelukkig maar.’ ‘Hij vroeg mij ook of ik bleef eten.’ ‘Ja, dat vroeg hij ook al eerder aan mij. Maar ik weet niet of het van je moeder mag.’ ‘Ik heb haar al gebeld, ze vond het goed. Alleen moet jij nog bellen.’ ‘Okee, dat doe ik wel.’ ‘Ik ga weer naar Ray. Hoe laat gaan we eten?’ ‘Ik moet eerst je moeder bellen, daarna praten we verder.’ ‘Is goed!’ Sora loopt de kamer uit. Mesuka zucht en loopt naar de telefoon…
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:44:03 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:44:03 GMT -5
‘Dinnertime!’
‘Hallo?’ ‘Ja hallo, u spreekt met Mesuka.’ ‘Hallo Mesuka, hoe gaat het met je?’ ‘Hartstikke goed, tante. Hoe gaat het met u?’ ‘Goed, goed… ik werk weer, dus dat is weer fijn.’ ‘Dat is hartstikke fijn om te horen!’ ‘Ja, zeker. Maar je belde zeker om Sora.’ ‘Ja dat klopt.’ ‘Nou, ze mag bij jullie blijven eten, maar ik wilde zeker weten dat ze bij jou was en niet bij iemand anders.’ ‘Nee, ze is hier. En ze heeft het naar haar zin.’ ‘Dat hoorde ik van haar.’ ‘Hoe laat moet ze thuis zijn?’ ‘Om 8 uur uiterlijk. Er moet wel iemand mee, zodat ze veilig thuis kan komen.’ ‘Nou, ik ga mee en misschien nog iemand van hier.’ ‘Dat is fijn om te horen. Nou, ik hoor het straks wel van Sora hoe het eten was.’ Mesuka hoort haar tante lachen. ‘Ja, dat denk ik wel.’ ‘Okee, Mesuka. Het gaat je goed.’ ‘Ja, u ook. Tot ziens.’ ‘Tot ziens, Mesuka.’ Mesuka hangt op en loopt naar Ray’s kamer en klopt daar aan. De deur gaat open. ‘Hoi Mesuka.’ ‘Hallo Ray, waar is Sora?’ ‘Ze is naar de keuken gegaan, hoezo?’ ‘Nou, ze blijft eten.’ ‘Leuk!’ ‘Ik ga wel naar haar toe.’ Mesuka loopt de hal in richting de keuken. ‘Sora?’ ‘Ja?’ Sora zit aan de keukentafel en drinkt een glaasje fris. ‘Je mag blijven eten!’ ‘Leuk! Wat gaan we eten?’ ‘Dat weet ik niet, ik vraag het wel aan Ken.’ ‘Okee.’
‘Nou, ik kan het nu wel beantwoorden: weet ik niet.’ ‘Dat is veel…’ ‘Wat wil jij eten Sora?’ ‘Sushi?’ ‘Nee, dat hebben we niet.’ ‘Fastfood?’ ‘Kan een idee zijn.’ ‘Teriyaki?’ ‘Hebben we rijst en Teriyaki-saus, Mesuka?’ Mesuka haalt haar schouders op. ‘Ik kijk wel in de kast.’ Mesuka doet de kastdeur open en kijkt. ‘Ja… we hebben Teriyaki-saus, maar de rijst is op.’ ‘Dan gaan we boodschappen doen. Zullen we gaan?’ Mesuka knikt. ‘Wil je meegaan, Sora?’ Sora schudt haar hoofd. ‘Ik ga wel met Ray wat doen of tv kijken.’ ‘Okee, zullen we meteen gaan, Ken?’ ‘Eerst het geld halen.’ ‘Zijn jullie een stelletje?’ ‘Nee, maar volgens mij had ik dat al duidelijk gemaakt.’ ‘Misschien niet goed genoeg, want ik twijfel nog.’ ‘Dan niet. Je bent meestal zo moelijk om iets te begrijpen. Nee, er is niks alleen vriendschap, zo goed?’ ‘Nee.’ ‘Laat maar.’ ‘Dat dacht ik al, je geeft te snel op.’ ‘Nee, ik denk dat jij iets met Ray wilt.’ ‘Wat?’ ‘Niet ontkennen, jullie hebben gezoend. Toen ik aan de deur kwam, stond Ray zeker net op.’ ‘Waar heb je het over?’
‘Dat jij Ray ook leuk vindt. Dat maakt toch niks uit?’ Sora haalt haar schouders op. ‘Ik ken hem nog niet zo goed.’ ‘Ja ja, allemaal smoesjes, zo ben je helemaal niet. Als jij een jongen leuk vindt, blijf je hem gewoon leuk vinden totdat hij je duidelijk heeft kunnen maken dat hij je niet leuk vind.’ ‘Kom je Mesuka?’ ‘Ja, ik kom eraan. Ik wens je succes Sora! Ray is een goede jongen, al is hij soms afstandelijk.’ Sora haalt haar schouders op en loopt de keuken uit. Als Mesuka en Ken eindelijk buiten staan, zucht Mesuka diep. ‘Zo, waar had jij en je nichtje het over?’ ‘Over verliefd zijn. Ik denk dat ze Ray wel leuk vind, maar zij beweerde dat wij een stelletje zijn, zoals zij dat zegt.’ ‘Tja, een meisje en een jongen mag zeker niet bevriend met elkaar worden of wel?’ ‘Dat mag wel, maar ze denken meteen iets anders. Ze denken verder.’
‘Ja, maar ik vind het niet erg.’ ‘Nee jij niet, ik wel. Op school zijn ze ook al bezig geweest. Dus als die mensen op school en Sora gelijk hebben heb ik nu 2 vriendjes!’ ‘Zo, jij hebt het goed voor elkaar!’ ‘Jahaa, dat dacht ik wel…’ Mesuka begint te lachen. ‘Maar nu weet ik nog steeds niet wat ik Tsubasa moet zeggen.’ ‘Ga gewoon wat leuks met hem doen, het is toch een vriend van je?’ ‘Ja.’ ‘Gewoon doen!’ ‘Okee, ik ga morgen wat leuks doen.’ Als Mesuka en Ken in de winkel staan, pakt Ken een mandje. ‘We hebben rijst, wortels, kip en fris nodig.’ ‘Laten we ook melk en koffie halen, want dat is bijna op.’ ‘Goed.’ ‘Mesuka, moeten we ook niet iets te snacken kopen?’ ‘Dat is geen slecht idee.’ Als ze de boodschappen hebben gedaan staan ze alweer buiten. ‘Ken, straks moet Sora onder begeleiding naar huis, ik ga dan mee, maar ik wil dan graag nog iemand mee. Ik denk dat Sora graag wilt dat Ray meegaat, maar als hij niet wilt. Zou jij dan mee gaan?’ Ken knikt. ‘Dat is goed, ik hoor het straks wel.’ ‘Hoe laat is het?’ Ken kijkt op zijn horloge. ‘Het is 5 uur.’ Mesuka schrikt. ‘Dan moeten we opschieten, want Sora moet 8 uur thuis zijn!’
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:46:44 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:46:44 GMT -5
‘Where is the love?’
‘Jongens eten!’ roept Mesuka. ‘Was dat hard genoeg, Ken?’ Mesuka glimlacht. ‘Ja, ik denk van wel. Mesuka, vindt je het helemaal niet erg dat ik een vriend van je bent en dan ook nog verliefd op je ben?’ Mesuka schudt haar hoofd. ‘Nee, het is even een vreemd idee, maar ik vind het niet erg.’ ‘Een vreemd idee, maar?’ ‘Ja, ik wist dat je mij wel leuk vond, maar dat je verliefd op mij bent, dat had ik niet verwacht van je.’ Dan loopt Ray en Sora de keuken binnen. ‘Wat had je niet verwacht van hem?’ Mesuka schrikt. ‘Nou… dat hij zo goed kan koken.’ Mesuka kijkt naar Ken en lacht. Ken bloost. ‘Oja? Dat wil ik wel eens proeven!’ Sora gaat meteen zitten. Dan komt Aiko de keuken inlopen. ‘Hoi Aiko, sorry dat ik niet wachtte totdat je praatte toenstraks, maar ik dacht dat je niks te vertellen had.’ ‘Het is goed, Mesuka. Het was ook niks bijzonders vandaag, het was echt erg saai vandaag.’
‘Ga zitten, dan kan je wat eten van de Teriyaki van Ken.’ ‘Teriyaki? Lekker!’ Aiko gaat meteen zitten. Dan zet Ken het eten op tafel. ‘Nou val aan, zou ik zeggen!’ ‘Het lijkt mij heel erg lekker!’ zegt Sora. Als iedereen heeft opgeschept kijkt Mesuka naar Sora en Ray. ‘Is er wat?’ vraagt Sora. ‘Nou, ik was benieuwd wat jullie allemaal hebben gedaan, vandaag.’ ‘Nou, ik heb spelletjes gespeeld op die leuke computer van jullie, ben ook nog op internet geweest, hebt tv gekeken en leuk gepraat. Niet interessant, toch?’ ‘Nou ja, ik was benieuwd.’ ‘Wat heb jij dat gedaan met Ken?’ ‘Gepraat, boodschappen gedaan en gekookt. Echt niet zo bijzonder.’ ‘Nou ja, behalve wat er in dat gesprek is behandeld, lijkt mij het interessante van alles wat jullie gedaan hebben..’ ‘Okee, wil je even normaal kort Nederlands praten?’ ‘Nou, ik wil wel weten waar jullie het over gehad hebben.’
‘Dan wil ik weten waar jullie over gepraat hebben.’ ‘Zullen we daar zo over onderhandelen?’ ‘Ja is goed.’ Mesuka moet glimlachen. ‘Mag ik zelf ook nog iets erover zeggen?’ zegt Ken. ‘Hoezo?’ Sora kijkt Ken vragend aan. ‘Nou, ik was erbij. Bij dat gesprek.’ ‘Je verraad jezelf, Ken!’ zegt Aiko. ‘Hoezo??’ ‘Nou, omdat jij wilt duidelijk maken, dat het een belangrijk gesprek was, dat er was tussen jullie twee.’ ‘Nee, maar het kan wel zo zijn.’ ‘Hou iemand anders maar in de maling, ik ben echt niet van gisteren!' ‘Nee, okee. Maar heb je je wel eens aan gedacht dat je vaker je bemoeit met iemand anders zijn of haar leven, terwijl diegene dat niet eens wilt?’ Aiko zucht zacht en denkt na. ‘Nee, niet echt aan gedacht.’ ‘Juist, misschien is dat wel handig voor de volgende keer, als je weer van plan bent iets te zeggen of te vragen wat je niks aangaat.’ ‘Juist ja, dat zal ik doen.’ Aiko kijkt boos naar Ken. ‘Goed zo.’ Ken staat op en ruimt zijn bord af. ‘Je kan mij vinden in mijn kamer.’ Ken loopt de keuken uit en loopt naar zijn kamer.
Mesuka kijkt verbaast. ‘Nou vertel, waar hebben jullie het over gehad?’ ‘Laat haar nou, Sora. Laten we nou afruimen, dan kunnen we snel weer wat leuks doen.’ Sora knikt. Mesuka ruimt haar bord af. ‘Waarom doet Ken zo raar, Mesuka?’ ‘Het ligt er een beetje aan, wat hij vandaag heeft meegemaakt.’ Aiko staat op. ‘Volgens mij was hij chagrijnig, dat reageerde hij op mij af.’ ‘Het was niet persoonlijk, wat hij tegen je zei. Het was voor iedereen hier bedoelt, ook voor Sora.’ ‘Zo kwam het niet over.’ ‘Ja, maar sommige dingen vat je te persoonlijk op, terwijl het algemeen bedoeld is.’ ‘Ja, maar toch had hij het tegen mij.’ ‘Ik denk dat je eens een gesprek moet hebben met Ken, en dat je je hersens eens een keer gebruikt. Misschien is dat duidelijker!’ Mesuka loopt de keuken uit en gaat naar Ken’s kamer. Ze twijfelt of ze moet kloppen. Toch klopt ze. De deur gaat open. ‘Hallo.’ ‘Hey Ken, kan ik even met je praten?’ ‘Ik weet niet.’ ‘Aiko nam het te persoonlijk op.’ ‘Ja, sorry hoor. Het was ook voor Ray en je nichtje bedoelt.’ ‘Weet ik. Ik was ook niet van plan om alles mede te delen.’ ‘Dat weet ik ook wel, ik vertrouw je.’ ‘Gelukkig maar.’ ‘Hoezo?’ ‘Nee, niks.’ Mesuka kijkt naar de grond. ‘Ken, mag ik binnenkomen?’ Ken kijkt naar Mesuka. Hij doet de deur open. ‘Kom binnen.’
|
|
|
Mesuka
Mar 31, 2004 5:47:32 GMT -5
Post by Francisca on Mar 31, 2004 5:47:32 GMT -5
‘A kiss, a mistake?’
Mesuka zit op het bed. ‘Waar wil je het over hebben, Mesuka?’ ‘Ik wil het over jou hebben.’ ‘Waarom?’ ‘Je voelt je je niet goed.’ ‘Jawel, hoor! Ik ben alleen een beetje boos.’ ‘Volgens mij ben je heel erg boos, boos op mij!’ ‘Helemaal niet.’ ‘Je kan het wel ontkennen, maar ik weet het gewoon.’ Ken doet de deur dicht en op slot. Hij loopt naar Mesuka en pakt haar hand. ‘Je hebt ongelijk, ik kan nooit boos op je worden!’ ‘Dat weet ik niet zeker van jou.’ Mesuka staat op. ‘Je voelt je afgewezen door mij en omdat ik een grapje erover maakte bij het eten, werd je erg boos.’ ‘Maar niet op jou.’ Mesuka zet haar wijsvinger op zijn mond. ‘Zeg maar niks meer.’ ‘Maar Mesuka…’ ‘Ssst.’ Mesuka haalt haar vinger van zijn mond weg. ‘Je hoeft niks meer te zeggen.’ Mesuka gaat op haar tenen staan om zo met haar lippen de zijne te raken.
Ze begint hem te kussen. De warmte op haar lippen vindt ze fijn en ze voelt zich vrolijk. Ken kust Mesuka terug en doet zijn armen om haar heen. Dan stopt Mesuka. ‘Sorry, ik kon me niet bedwingen.’ Ken bloost. ‘Maak niks uit.’ Ken laat Mesuka weer los. ‘Ik vond het wel fijn.’ ‘Nou, ik weet niet… misschien…’ ‘Ja?’ ‘Het was een fout, sorry.’ ‘Nee, niet doen, Mesuka. Je moet niet zo tegen mij doen.’ ‘Ken, ik wil niet… ik moet weg, sorry.’ Mesuka loopt naar de deur. Als ze de deur open wilt doen, merkt ze dat het op slot is. Ze haalt de slot ervan af en doet de deur open. ‘Sorry…’ Als ze naar buiten loopt bots ze bijna tegen Ray op. ‘Hai Mesuka, er is iemand aan de telefoon voor je. Ene Tsubasa?’ ‘Ow, die zou bellen.’ Mesuka loopt meteen naar de telefoon.
‘Hallo Tsubasa.’ ‘Hoi Mesuka, heb je er een beetje over kunnen nadenken?’ ‘Ja, heel goed. Hoe laat was je van plan met mij af te spreken?’ ‘Nou, niet zo vroeg. Ik was van plan naar de bioscoop te gaan, de eerste film is om half 1.’ ‘Zullen we dan afspreken om 12 uur?’ ‘Nee, doe maar half 12. Dan kunnen we nog een beetje praten.’ ‘Waar spreken we af?’ ‘Bij de bioscoop, dan kunnen we alvast kaartjes kopen en daarna nog wat drinken.’ ‘Okee, afgesproken.’ ‘Dankjewel Mesuka.’ ‘Hoezo?’ ‘Dat je met mij wilde afspreken.’ ‘Geen probleem, ik heb wel zin om een filmpje te pakken!’ ‘Okee, ik zie je morgen. Waag het niet te vergeten!’ ‘Nee hoor, ik zie je morgen. Dag.’ ‘Dag!’ Mesuka hangt op, ze zucht diep.
‘Wat heb je gezegd?’ Het was de stem van Ken. Mesuka draait zich om. ‘Ik ga morgen naar de bioscoop.’ Mesuka loopt naar haar kamerdeur. ‘Dat is leuk.’ ‘Al had je liever in Tsubasa’s plaats gewild, nietwaar?’ Ken knikt. ‘Maar toch, je mag heus wel plezier maken. Dat mag ik je niet verbieden, ik ben nog steeds een vriend van je.’ Mesuka doet haar deur open en kijkt naar haar klokje op haar bureau. ‘Sora moet naar huis toe.’ ‘Ik wil wel mee.’ ‘Ik vraag Ray wel even, die zou graag mee willen.’ Dan komt Ray de hal inlopen. ‘Wat zou ik graag willen?’ ‘Met mij en Sora meegaan, om Sora weg te brengen.’ ‘Moet ze al naar huis toe? ‘Ze moet 8 uur thuis zijn. En ik wil niet op de terugweg alleen zijn…’ ‘En je dacht dat ik graag meeging.’ ‘Wil je dat niet?’ ‘Nee, ik ben kapot van school. Ik ga even liggen op bed, dat was ik toenstraks al van plan.’ ‘Dan gaat Ken mee.’ ‘Dat is goed, Mesuka. Laat ik nu maar afscheid nemen van je nichtje.’ Mesuka knikt. ‘Ik ben toch erg benieuwd wat jullie hebben gedaan in je kamer.’ Ray kijkt raar naar Mesuka. ‘Het is echt niet zo interessant als je denk hoor!’
Mesuka komt de studiekamer in lopen ‘Sora?’ ‘Ja?’ ‘We moeten gaan, naar huis.’ ‘Dat is jammer.’ zegt Sora. ‘Je komt toch nog wel snel?’ vraagt Aiko. Sora knikt. ‘Dan is het goed!’ zegt Ray. Sora doet haar jas aan. ‘Zullen we dan maar snel gaan?’ Mesuka knikt. Sora omhelst Ray en geeft ze een kus op zijn wang. Dan omhelst ze Aiko. ‘Het was leuk vandaag, ik kom heel gauw terug!’ ‘Dat is afgesproken!’ zegt Ray. Ken en Mesuka doen hun jas aan. ‘Daag allemaal!’ De deur gaat open. ‘Dag Sora!’ zegt Ray. Sora zwaait. Dan gaat de deur dicht…
|
|